donderdag 1 april 2010

NAAR DE KAPPER IN POLEN




Dinsdag 30 maart 2010: Vandaag moet het er maar eens van komen. Al jaren neem ik mij voor om vanuit Berlijn een bezoek te brengen aan de meer dan 750 jaar oude Hanzestad Frankfurt aan de Oder, de belangrijkste grensovergang met Polen. Ik heb gehoord dat nogal wat Berlijners regelmatig de grens oversteken om in Polen inkopen te doen, hun haar te laten knippen en goedkoop te eten, te drinken en te tanken. Maar ik word ook aangetrokken door de historie die kleeft aan de stad met zijn bijna 80.000 inwoners. Zwaar gebombardeerd in de tweede wereldoorlog, daarna in tweeën gedeeld door de geallieerden die de Oder als grens beschouwden tussen Duitsland en Polen, waardoor het oostelijke stadsdeel opeens in Polen kwam te liggen.
Wij nemen de trein op Bahnhof Zoo, die er vijf kwartier over doet om in Frankfurt te komen. Het toeval wil dat in dezelfde coupé drie oudere dames neerploffen, die met hun boodschappentrolleys wel eens naar Slubice zouden kunnen gaan, zoals het Poolse deel van Frankfurt al jaren heet. Met moeite is hun Berlijnse dialect te verstaan, maar zo te horen wordt er heel wat afgemopperd, terwijl er achter elkaar wordt gegeten en gedronken. Gekookte eieren, zoetigheden en ander lekkers, terwijl ze alle drie al dik boven het gemiddelde van de Body Mass Index zitten. In Frankfurt volgen wij het drietal door de stationstunnel naar buiten en zien hoe ze regelrecht naar de taxistandplaats lopen om zich naar Slubice te laten rijden. De meerderheid van de mensen loopt echter naar het busstation en stapt in dezelfde bus, die zoals wij pas zien als hij wegrijdt, richting de grensovergang gaat. Een aardige oudere man, met een kinderfietsje voor zijn kleinzoon, neemt naast het fietsje ook ons op sleeptouw naar de volgende bus en drie haltes verder staan we bij een oude stalen brug, de vroegere grensovergang tussen de voormalige DDR en Polen. Je ziet aan het wegdek nog de slalombeweging die de auto’s vroeger moesten maken om door de controle te komen. Achter de oude grensbrug ligt een lange nieuwe brug over de Oder, die naar Slubice voert. Wij zien auto’s met Berlijnse nummerborden de brug oversteken en voetgangers met plastic tasjes en boodschappentassen op wieltjes. Sinds de DDR is afgeschaft en Polen bij Europa hoort is er geen grenscontrole meer, maar je stapt duidelijk een andere wereld in, de wereld van de zloty, de Poolse munteenheid, die ervoor zorgt dat de prijzen van een aantal artikelen nogal afwijken van de Eurolanden.
Prijsgrens
“Sie überschreiten jetzt die Preisgrenze” zo lezen we, met gevoel voor humor, op een groot bord op de brug. En dat geldt dan met name voor sigaretten, die voor de helft van de prijs worden aangeboden, voor medicijnen, voor benzine en voor de kapper. Nog nooit in mijn leven zoveel kapsalons, nagelstudio’s en schoonheidssalons bij elkaar gezien. Vermoedelijk zitten de drie struise dames uit Berlijn al onder de droogkap, terwijl wij wat verbaasd ronddolen door een stadsdeel vol winkeltjes waar je 24 uur per dag goedkope Pall Mall of Marlboro’s kunt kopen. Minikapsalons waar je voor vier euro (als man) je haar kunt laten knippen, of voor zestien euro als vrouw je haar laten permanenten. Wimpers en wenkbrauwen verven voor vijf euro en een manicure voor een tientje. En overal zitten klanten onder het mes of de droogkap. Vooral in de grote ‘openluchtbazar’, een permanente, overdekte markt met allerhande stalletjes, kapsalons en eettentjes is het druk. Veel groenten en fruit en vooral ook veel bloemen en plantjes. Vooral de violen doen het erg goed in Polen. Net zoals de traditionele violist, die voor 1 euro maar wat graag op de foto wil. Voor ons ‘rijke westerlingen’ komt het allemaal wat armoedig over. Huizen zijn vervallen of de gebreken zijn weggeschilderd onder uitbundige kleuren, die bijna pijn doen aan je ogen. Het heeft allemaal iets treurigs, daar kan zelfs de doorbrekende lentezon weinig aan veranderen. Een kaal stadsplein, blijft een kale vlakte. En van het traditionele oorlogsmonument van twee soldaten met geweren wordt je ook niet echt vrolijk.
Revolutiebouw
Pas tijdens een wandeling langs de oever van de Oder, zien we ook de mooie kant van Slubice, maar we zijn toch blij als we, na een goedkope maar voedzame maaltijd met vooral veel schnitzels op de kaart, de brug weer oversteken in westelijke richting en in het centrum van Frankfurt het ‘vertrouwde Oosten’ aantreffen. Dat wil zeggen, veel revolutiebouw uit de jaren vijftig en zestig, toen er in de jonge DDR met weinig geld en veel beton een nieuwe binnenstad uit de grond werd gestampt omdat de oude kapot was gebombardeerd. Maar tussen al het lelijks zijn ook nog enkele juweeltjes van oude (gerestaureerde) gebouwen terug te vinden. Een gotische hallenkerk bijvoorbeeld (de Marienkirche, zoals ze allemaal heten) en het oude Rathaus, deels Museum für Junge Kunst, met een schitterende hoge siergevel in baksteengotiek. Alleen daarvoor zou je al even de trein nemen naar Frankfurt aan de Oder. Dat trouwens ook een trefpunt schijnt te schijn voor treinfanaten en liefhebbers van oude stoomlocomotieven. Die worden nog gekoesterd in de oude DDR en in ‘Frankfurt O’, zoals de stad kortweg wordt genoemd, staat er nog eentje te pronken op een zijspoor van het treinstation. Een mooie blikvanger vanaf met busstation. Maar wij gaan weer met een moderne dubbeldekker terug naar Berlijn, met lege plastic zakken want Slubice had ons, verwende toeristen, weinig meer te bieden dan een goedkope warme maaltijd en wat mooie vergezichten over de Oder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten