dinsdag 6 april 2010

OP SLOFFEN DOOR HET NEUES PALAIS




Maandag 5 april 2010. Midden jaren tachtig was ik al eens in Potsdam. Toen de Muur er nog stond en Potsdam in de DDR lag. Ik bezocht er het Filmmuseum, het Holländische Viertel en het Schloss Sanssouci. In mijn herinnering maakte de stad een verwaarloosde indruk. Veel achterstallig onderhoud aan de monumenten, de stadspoorten, de grote stadshuizen en de diverse paleizen in het park, die toen ogenschijnlijk nog niet op de prioriteitenlijst stonden van het stadsbestuur. Het Holländische Viertel was net opgeknapt, maar daar hoef je als Hollander niet echt naar toe. Verder herinnerde ik me de Brandenburger Strasse, de belangrijkste winkelstraat in het centrum van de stad, waarbij vooral de fraaie uithangborden boven de winkels me zijn bijgebleven.
Vandaag, op tweede paasdag, krijgt Potsdam een herkansing en we zijn niet de enigen die vandaag het Park Sanssouci als dagje-uit hebben gekozen. Veel toeristen op de been en uit alle windstreken zo te horen. Potsdam is naast Berlijn een trekpleister ‘an sich’ geworden en met al die ‘Schlösser’ en andere keizerlijke monumenten is dat zeer begrijpelijk. De Duitse keizers hebben in en rond Potsdam nadrukkelijk hun sporen nagelaten. Vanaf de grote Kurfürst Friedrich Wilhelm, tot de laatste Duitse keizer, Wilhelm II, die van 1888 tot 1918 aan de macht was, voor hij werd afgedankt en naar Nederland verbannen met, als ik het me goed herinner vierentwintig treinwagons aan inventaris. Een deel ervan is nog te bezichtigen in Huis Doorn, waar de goede man nog jarenlang heeft gewoond en zich bezig hield met hout hakken en lange wandelingen door het bos rond zijn Hollandse ‘paleisje’.
Niet te vergelijken met het Neues Palais in Park Sanssouci, waar hij vele jaren woonde na zijn kroning in 1888 en waar hij vele moderniseringen liet doorvoeren. Dingen waar je toen mee kon pronken, zoals verwarming en de eerste badkamers en wc’s. Iets waar wij niet van opkijken, wij zijn meer geïmponeerd door de enorme grottenzaal op de begane grond, waarvan de wanden gedecoreerd zijn met schelpen en mineralen van over de hele wereld. En dan overal die prachtige marmeren vloeren, die je alleen mag betreden op een paar vilten huissloffen in XXL-formaat, waarmee je door de zalen glijdt als de curlingballen op een ijsbaan.
Kaiser-Tour
Vanuit Berlijn is Potsdam perfect te bereiken met het openbaar vervoer. De S7, een van die mooie oude Oost-Duitse S-bahnen gaat rechtstreeks naar het Hauptbahnhof van Potsdam, waar je vanuit het centrum van West-Berlijn binnen een half uur bent. Op het station wordt je als toerist direct overvallen door lieden die je in een bus de ‘Kaiser-Tour’ willen laten maken. Een rondrit van zo’n vijfentwintig kilometer waarbij je langs de belangrijkste bezienswaardigheden wordt gevoerd en waarbij er gestopt wordt bij de drie belangrijkste attracties: het Schloss Sanssouci (Kasteel ‘Zonder Zorgen’, zoals het letterlijk vertaald heet), het grote Neues Palais en het Schloss Cecilienhof, waar de Potsdam-conferentie van 1945 werd gehouden (zie mijn blog over de ‘spionnenbrug’).
Wie het exclusief wil, kan vooraf ook een 'Kaiser Auto' huren: een paar leuke old-timers zoals een Opel uit 1938 of een Chevrolet De Luxe uit 1928. Wat helaas ontbreekt in het wagenpark is het Koninklijke voertuig van de Oost-Duitsers, de Trabant. Hier hoort eigenlijk ook de verlengde Trabant klaar te staan, de ‘Trabi-limousine’ (zie foto), die je in het centrum van Berlijn af en toe tegenkomt. Overigens kun je vanaf het Hauptbahnhof ook gewoon de stadsbus (695) nemen, die eveneens haltes heeft bij de highlights van Potsdam.
Wij hadden al eerder besloten gewoon te voet door de oude stad naar het Park Sanssouci te lopen. Het eerste monument waar je dan achter het station direct tegenaan loopt is de schitterende neoclassicistische koepelkerk, de St. Nicolaikirche aan de Alte Markt. Beelden van Rome en het Capitool in Washington doemen op bij het zien van deze tussen 2001 en 2009 gerestaureerde protestantse kerk. Ontworpen door een van de beroemdste Pruisische architecten uit de 19de eeuw, Karl Friedrich Schinkel, die in het oude centrum van Berlijn, een paar beroemde klassieke gebouwen (met veel zuilen ) heeft nagelaten, zoals de Alte Wache en het Alte Museum. Het gereed komen van de imposante koepel van de Sankt Nicolai Kirche (in 1848) heeft Schinkel zelf niet meer meegemaakt, maar hij maakte wel plannen en de tekeningen voor de kerk, daarbij geholpen door de architectonisch begaafde kroonprins Friedrich Wilhelm IV.
Schloss Sanssouci
Wij slingeren ons vervolgens door het aantrekkelijk opgeknapte en gerenoveerde stadscentrum naar het grote slotpark en maken daar, zoals velen denk ik, de verkeerde keus door als eerste naar het paleis te gaan waar het park zijn naam ontleend: het Schloss Sanssouci. Het paleis van koning Friedrich II (‘Alter Fritz’), gebouwd op een heuvel met op de helling ervoor terrassen met wijnbouw. Soms wisten die koningen van gekkigheid niet meer wat ze moesten doen om indruk te maken. In het paleis zelf worden voor een pittige toegangprijs van 12 euro, druppelsgewijs groepjes binnengelaten om de Pruisische pracht en praal te aanschouwen. Kamers en zalen in verschillende stijlen, in meerderheid rococo, dat wil zeggen met veel krullen en schelpmotieven in de decoraties aan de wand, het plafond en de meubels.
Erg mooi allemaal, maar we zijn niet echt overbluft. Misschien ook wel een beetje blasé door kastelen en paleizen die we eerder hebben gezien. Maar dat gevoel verdwijnt als sneeuw voor de zon als we, na een wandeling door het park, aan het eind van een lange laan door de bomen het Neues Schloss zien oprijzen. Dat is pas echt een paleis met allure. In de eerste plaats door zijn omvang, het is het grootste paleis van het Park Sanssouci, maar ook door de weelderige zalen, waar je nederig doorheen ‘sloft’ met een audioguide op je hoofd en waarin vooral Keizer Wilhelm II zich heeft uitgesloofd om de belastingcenten van de boeren en burgers uit Pruisen uit te geven aan schitterende interieurs en meubilair.
Wij sloffen voor de helft van de toegangsprijs van Sanssouci door de Keizerlijke Slaapkamer, het Keizerlijke Kabinet, tientallen gastenverblijven, een vestibule die zo groot is dat je er schaatswedstrijden (op sloffen) kunt organiseren en een nog veel grotere balzaal daar achter. Vanaf de eerste verdieping heb je naar buiten toe zicht op twee kleinere paleizen met een colonnade ertussen, die nu volledig in de steigers staat. Want de restauratie van dit soort kolossale projecten is een kwestie van lange adem en heel veel dukaten. Het kost de belastingbetaler zo mogelijk nog meer dan de keizer er ooit voor heeft betaald. Maar ‘Es lohnt sich’, zoals de Duitser zegt. Het Neues Palais mag er weer zijn en is wat ons betreft het pronkstuk van het Park Sanssouci. Alleen die sloffen, dat heeft toch iets primitiefs. Er echt goed op lopen kun je niet en dus slof je maar wat door de zalen, in de wetenschap dat je daarmee tenminste wel de marmeren vloeren mooi schoon houdt..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten