14-4-2010. Terwijl in heel Europa het vliegverkeer plat ligt door de uitbarsting van een vulkaan op IJsland bezoek ik het meest markante vliegveld van Berlijn: Flughafen Tempelhof. Hier wordt al twee jaar niet meer gevlogen, want sinds 2008 is Berlin-Tempelhof gesloten en staat het gigantische gebouwencomplex, evenals de enorme groene grasvlakte met zijn twee landingsbanen voor het grootste deel leeg. Berlijn lijkt een beetje in zijn maag te zitten met het megalomane vliegveld uit de jaren dertig, dat de opmaat moest worden voor het nieuwe Germania en waaraan de ‘grote architect’ van het derde rijk, Adolf Hitler, zelf nog heeft meegedacht.
Een vliegveld met een besmet verleden dus, net als het voormalige ‘Palast der Republik’, het onderkomen van de toenmalige DDR-regering tegenover de Berliner Dom, die de stad ook als een hete aardappel in de keel zat. Uiteindelijk werd de ‘Ballast der Republik’, zoals het parlementsgebouw in de volksmond heette een paar jaar geleden afgebroken – al was het maar vanwege de grote hoeveelheden asbest die men tegenkwam – om plaats te maken voor een ander omstreden gebouw: het oude Stadtschloss. Ongeveer op dezelfde plek waar het Oost-Duitse ‘Palast’ stond moet nu het oude Wilhelmische stadspaleis uit de 19de eeuw herrijzen, dat deels vernield was door de bommen van de geallieerden, waarna de DDR in de jaren vijftig besloot om ook de resten van het oude Duitsland maar op te blazen, in ruil voor een eigentijds ‘volkspaleis’.
Pagina’s zijn er volgschreven in de Berlijnse kranten over die twee omstreden gebouwen en met Tempelhof is het al niet anders. Het oudste vliegveld van Berlijn, is sinds de start al verschillende malen van gedaante veranderd. Keizer Wilhelm II gebruikte de grote grasvlakte tussen Kreuzberg en Tempelhof/Schöneberg zo rond 1900 vooral als exercitie- en oefenterrein voor het leger, als feestterrein om zijn verjaardagen te vieren en later ook voor luchtshows. Luchtvaartpionier Orville Wright vloog er in 1909 als eerste een rondje op een recordhoogte van 160 meter. In 1923 werd op de grasvlakte een eerste vliegveld voor passagiers- enh postvluchten gebouwd, waarvan de resten nog zichtbaar zijn vanaf het dak van het huidige hoofdgebouw.
Maar de ‘grote’ geschiedenis van Tempelhof begint midden jaren dertig als de Nazi’s aan de macht zijn gekomen en Hitler droomt van ‘Germania’, de nieuwe hoofdstad van het Derde Rijk, waarvoor hij samen met Albert Speer plannen ontwerpt. Maar de huisarchitect van Hitler was niet betrokken bij Tempelhof, dat was het werk van architect Ernst Sagebiel, die in 1935 de opdracht kreeg voor een compleet nieuw vliegveld. Het moest de moeder van alle luchthavens in de wereld worden, het grootste vliegveld aller tijden. Vanaf 1935 tot het begin van de oorlog, ontstaat een complex van ongekende omvang. Een langgerekt gebouw, het grootste in de wereld, dat zich als een halve maan rond het vliegveld uitstrekt. 284.000 vierkante meter gebouw waarvan je pas een echte voorstelling krijgt als je ervoor staat, of nog beter als je op het dak staat en naar links en rechts om je heen kijkt.
Luchtbrug
Dus neem ik op een vrijdagmiddag de U-bahn naar de ‘Platz der Luftbrücke’. Een naam die direct herinnert aan een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van het nieuwe Tempelhof, namelijk de ‘Berliner Blockade’ van 1948-1949. In het voorjaar van 1948 bedacht Stalin dat hij West-Berlijn (toen nog bezet door de geallieerde Amerikanen, Engelsen en Fransen) het beste in handen kon krijgen door de wegen rond de stad domweg af te grendelen en de twee miljoen West-Berlijners uit te hongeren. Dat is niet gelukt omdat de Amerikanen in enkele maanden tijd met het puin van de bombardementen, twee start- en landingsbanen aanlegden en in juni 1948 een unieke ‘luchtbrug’ in werking stelden om de stad te bevoorraden.
Een jaar lang, van juni 1948 tot mei 1949, vloog een armada van vierhonderd vliegtuigen dagelijks heen en weer tussen West-Duitsland en West-Berlijn om de Berlijners van eten en drinken en andere levensbehoeften te voorzien. Bij elkaar werden in dat jaar bijna vijfhonderdduizend vluchten uitgevoerd. Een ongelooflijk aantal. En dan te bedenken dat al die vliegtuigen met de hand moesten worden geladen en gelost door slechts één simpele vliegtuigdeur omdat het geen vrachtvliegtuigen, maar leeggehaalde passagiersvliegtuigen waren. Door de unieke ‘Luftbrücke’ bleef de stad in handen van het ‘westen’. Het grote betonnen monument vóór het hoofdgebouw van Tempelhof herinnert er nog aan, evenals de Amerikaanse ‘Troop Carrier’, het zilverkleurige vliegtuig dat, met nog één enkel ander Duits vliegtuig, op het gigantische, lege platform staat voor de aankomst- en vertrekhal. Het toestel is nu een museumstuk, maar vloog tussen 1948-1949 daadwerkelijk mee als ‘Rosinenbomber', zoals de toestellen liefkozend werden genoemd omdat ze voor de kinderen van Berlijn allerlei zoetigheid dropten vanuit de lucht. In de jaren erna is Tempelhof tot de sluiting in in 2008 wisselend gebruikt als militair vliegveld door de Amerikanen en als klein vliegveld voor de burgerluchtvaart. Een taak die in 1996 werd overgenomen door Schönefeld, waarna de ‘Zentralflughafen Tempelhof’ zijn centrale functie verloor en een nieuwe toekomst begon als ‘monument’.
Groot en leeg
Hoe groot en leeg het complex nu is, blijkt tijdens de rondwandeling van tweeëneenhalf uur, die een keer per dag, in het weekend twee keer per dag wordt gehouden. Een rondleider met een hele grote bos sleutels loodst je van boven tot onder door het hoofdgebouw, trap op, trap af, van de diepgelegen uitgebrande ‘filmbunker’, drie verdiepingen onder de grond, tot op het dak van het hoofdgebouw, negen verdiepingen hoger. Met gevoel voor morbide humor meldt de rondleider via zijn walkie-talkie - vast een oude Oost-Duitser - dat hij met zijn groep het dak opgaat en of ze asjeblieft niet willen schieten. Om vervolgens met een brede grijns de deur naar het grote dakterras voor ons te openen. Van daar af heb je pas echt goed zicht op het enorme langwerpige gebouw dat zich links en rechts van je uitstrekt en als het ware het enorme, betonnen platform beneden je omarmt.
Het vliegveld zelf is met slechts twee landingsbanen voor een internationale luchthaven inmiddels veel te klein, terwijl de gebouwen daarentegen veel te groot zijn voor een klein vliegveld. De ‘Abfertigungshalle’, de oude aankomst- en vertrekhal imponeert niet alleen door zijn kolossale afmetingen, maar ook door de monumentale architectuur, met veel marmer. Alleen de marmeren vloer in de aankomsthal is er ooit uit gesloopt en vervangen door ‘socialistisch marmer’, zoals de rondleider de marmoleumvloer van nu noemt. Maar hij misstaat niet bij de rest van het interieur, waardoor de hal zijn grandeur, zijn grootsheid heeft behouden.
Dit was een gebouw, bedoeld om te imponeren en dat doet het nog steeds. Ook al hebben vorige ‘bewoners’ ook op een negatieve manier hun sporen nagelaten in het gebouw. Zo roofden eerst de Russen in 1945 delen van het vliegveld leeg en later hebben ook de Oost-Duitsers aardig huisgehouden in het gebouw en bijvoorbeeld al het marmer weggehaald uit het bovenste deel van de entreehal. Wij mogen het allemaal zien van de rondleider: eerst het kale negen etages hoge trappenhuis waar bijvoorbeeld alle radiatoren zijn weggehaald door de Russen en ook de onttakelde bovenzaal, waar al het het marmer verdwenen is van de pilaren. Ook de Amerikanen hebben hun sporen nagelaten in het gebouw. Zij verbouwden de bovenste verdieping van het hoofdgebouw voor een aantal sportvoorzieningen. Zo is er nog een complete basketbalzaal terug te vinden waar de ‘Berlin Braves’ van de Amerikaanse luchtmacht tot 1993 hun wedstrijden speelden. Het maakt van de rondleiding een soort ontdekkingstocht, waarbij je steeds voor nieuwe verrassingen komt te staan. Maar het merendeel van de ruimtes en zeker de grote vertrek- en aankomsthal is nog intact: de incheckbalies staan er allemaal nog, alsof elk moment de passagiers kunnen binnenkomen en de hal slechts tijdelijk is verlaten vanwege een luchtalarm of een vulkaan op IJsland.
Schuilkelder
Bij onze rondleiding komen we ook in de zg. ‘Luftschutzkeller’ terecht, bestaande uit enkele metershoge hoge kelderruimtes, waar de Berlijners heen vluchtten tijdens de bombardementen in de tweede wereldoorlog. Een creatieve schilder heeft op de muren met cartooneske afbeeldingen en teksten zijn sporen nagelaten. Nog spectaculairder is de kelderverdieping eronder, die onder andere werd gebruikt als opslag voor brandbare materialen, waaronder een grote partij brandbare nitraatfilms. Volgens onze rondleider hebben de Russen in 1945 de hele zaak in de fik gestoken, waardoor de hele kelderverdieping volledig is uitgebrand. En dus lopen wij verbaasd om ons heen kijkend door de ene na de andere zwart geblakerde ruimte. Wat voor films er lagen, kan de rondleider mij helaas niet vertellen, want dat was ‘diep geheim’. En dan neemt hij ons nog even mee naar de speciale spoorwegtunnel, die onder het hele gebouw doorliep en van waaruit de bevoorrading van het vliegveld plaatsvond.
En dan is de rondleiding opeens ten einde. Aan de overkant van de straat zie ik nog iets wat op een oude bioscoop lijkt. Het blijkt het oude Columbia filmtheater van de Amerikaanse luchtmacht te zijn dat ook in 1993 met het vertrek van de Amerikanen van Tempelhof werd gesloten. Na wat foto’s te hebben gemaakt van de oude bioscoopgevel, die doet denken aan oude Amerikaanse bioscopen uit de jaren vijftig, hoor ik opeens een vliegtuig in de lucht.
Hoe kan dat nou, met al die gesloten vliegvelden? De rondleider helpt ons uit de droom. Het is een andere, oude ‘Rosinenbomber’ die dagelijks een rondje boven Tempelhof vliegt en waarbij je als toerist voor 100 euro mee mag. Er wordt dus nog wel degelijke gevlogen op Tempelhof, alleen wordt er geen snoep en kauwgum meer gedropt voor hongerige kinderen.
Een vliegveld met een besmet verleden dus, net als het voormalige ‘Palast der Republik’, het onderkomen van de toenmalige DDR-regering tegenover de Berliner Dom, die de stad ook als een hete aardappel in de keel zat. Uiteindelijk werd de ‘Ballast der Republik’, zoals het parlementsgebouw in de volksmond heette een paar jaar geleden afgebroken – al was het maar vanwege de grote hoeveelheden asbest die men tegenkwam – om plaats te maken voor een ander omstreden gebouw: het oude Stadtschloss. Ongeveer op dezelfde plek waar het Oost-Duitse ‘Palast’ stond moet nu het oude Wilhelmische stadspaleis uit de 19de eeuw herrijzen, dat deels vernield was door de bommen van de geallieerden, waarna de DDR in de jaren vijftig besloot om ook de resten van het oude Duitsland maar op te blazen, in ruil voor een eigentijds ‘volkspaleis’.
Pagina’s zijn er volgschreven in de Berlijnse kranten over die twee omstreden gebouwen en met Tempelhof is het al niet anders. Het oudste vliegveld van Berlijn, is sinds de start al verschillende malen van gedaante veranderd. Keizer Wilhelm II gebruikte de grote grasvlakte tussen Kreuzberg en Tempelhof/Schöneberg zo rond 1900 vooral als exercitie- en oefenterrein voor het leger, als feestterrein om zijn verjaardagen te vieren en later ook voor luchtshows. Luchtvaartpionier Orville Wright vloog er in 1909 als eerste een rondje op een recordhoogte van 160 meter. In 1923 werd op de grasvlakte een eerste vliegveld voor passagiers- enh postvluchten gebouwd, waarvan de resten nog zichtbaar zijn vanaf het dak van het huidige hoofdgebouw.
Maar de ‘grote’ geschiedenis van Tempelhof begint midden jaren dertig als de Nazi’s aan de macht zijn gekomen en Hitler droomt van ‘Germania’, de nieuwe hoofdstad van het Derde Rijk, waarvoor hij samen met Albert Speer plannen ontwerpt. Maar de huisarchitect van Hitler was niet betrokken bij Tempelhof, dat was het werk van architect Ernst Sagebiel, die in 1935 de opdracht kreeg voor een compleet nieuw vliegveld. Het moest de moeder van alle luchthavens in de wereld worden, het grootste vliegveld aller tijden. Vanaf 1935 tot het begin van de oorlog, ontstaat een complex van ongekende omvang. Een langgerekt gebouw, het grootste in de wereld, dat zich als een halve maan rond het vliegveld uitstrekt. 284.000 vierkante meter gebouw waarvan je pas een echte voorstelling krijgt als je ervoor staat, of nog beter als je op het dak staat en naar links en rechts om je heen kijkt.
Luchtbrug
Dus neem ik op een vrijdagmiddag de U-bahn naar de ‘Platz der Luftbrücke’. Een naam die direct herinnert aan een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van het nieuwe Tempelhof, namelijk de ‘Berliner Blockade’ van 1948-1949. In het voorjaar van 1948 bedacht Stalin dat hij West-Berlijn (toen nog bezet door de geallieerde Amerikanen, Engelsen en Fransen) het beste in handen kon krijgen door de wegen rond de stad domweg af te grendelen en de twee miljoen West-Berlijners uit te hongeren. Dat is niet gelukt omdat de Amerikanen in enkele maanden tijd met het puin van de bombardementen, twee start- en landingsbanen aanlegden en in juni 1948 een unieke ‘luchtbrug’ in werking stelden om de stad te bevoorraden.
Een jaar lang, van juni 1948 tot mei 1949, vloog een armada van vierhonderd vliegtuigen dagelijks heen en weer tussen West-Duitsland en West-Berlijn om de Berlijners van eten en drinken en andere levensbehoeften te voorzien. Bij elkaar werden in dat jaar bijna vijfhonderdduizend vluchten uitgevoerd. Een ongelooflijk aantal. En dan te bedenken dat al die vliegtuigen met de hand moesten worden geladen en gelost door slechts één simpele vliegtuigdeur omdat het geen vrachtvliegtuigen, maar leeggehaalde passagiersvliegtuigen waren. Door de unieke ‘Luftbrücke’ bleef de stad in handen van het ‘westen’. Het grote betonnen monument vóór het hoofdgebouw van Tempelhof herinnert er nog aan, evenals de Amerikaanse ‘Troop Carrier’, het zilverkleurige vliegtuig dat, met nog één enkel ander Duits vliegtuig, op het gigantische, lege platform staat voor de aankomst- en vertrekhal. Het toestel is nu een museumstuk, maar vloog tussen 1948-1949 daadwerkelijk mee als ‘Rosinenbomber', zoals de toestellen liefkozend werden genoemd omdat ze voor de kinderen van Berlijn allerlei zoetigheid dropten vanuit de lucht. In de jaren erna is Tempelhof tot de sluiting in in 2008 wisselend gebruikt als militair vliegveld door de Amerikanen en als klein vliegveld voor de burgerluchtvaart. Een taak die in 1996 werd overgenomen door Schönefeld, waarna de ‘Zentralflughafen Tempelhof’ zijn centrale functie verloor en een nieuwe toekomst begon als ‘monument’.
Groot en leeg
Hoe groot en leeg het complex nu is, blijkt tijdens de rondwandeling van tweeëneenhalf uur, die een keer per dag, in het weekend twee keer per dag wordt gehouden. Een rondleider met een hele grote bos sleutels loodst je van boven tot onder door het hoofdgebouw, trap op, trap af, van de diepgelegen uitgebrande ‘filmbunker’, drie verdiepingen onder de grond, tot op het dak van het hoofdgebouw, negen verdiepingen hoger. Met gevoel voor morbide humor meldt de rondleider via zijn walkie-talkie - vast een oude Oost-Duitser - dat hij met zijn groep het dak opgaat en of ze asjeblieft niet willen schieten. Om vervolgens met een brede grijns de deur naar het grote dakterras voor ons te openen. Van daar af heb je pas echt goed zicht op het enorme langwerpige gebouw dat zich links en rechts van je uitstrekt en als het ware het enorme, betonnen platform beneden je omarmt.
Het vliegveld zelf is met slechts twee landingsbanen voor een internationale luchthaven inmiddels veel te klein, terwijl de gebouwen daarentegen veel te groot zijn voor een klein vliegveld. De ‘Abfertigungshalle’, de oude aankomst- en vertrekhal imponeert niet alleen door zijn kolossale afmetingen, maar ook door de monumentale architectuur, met veel marmer. Alleen de marmeren vloer in de aankomsthal is er ooit uit gesloopt en vervangen door ‘socialistisch marmer’, zoals de rondleider de marmoleumvloer van nu noemt. Maar hij misstaat niet bij de rest van het interieur, waardoor de hal zijn grandeur, zijn grootsheid heeft behouden.
Dit was een gebouw, bedoeld om te imponeren en dat doet het nog steeds. Ook al hebben vorige ‘bewoners’ ook op een negatieve manier hun sporen nagelaten in het gebouw. Zo roofden eerst de Russen in 1945 delen van het vliegveld leeg en later hebben ook de Oost-Duitsers aardig huisgehouden in het gebouw en bijvoorbeeld al het marmer weggehaald uit het bovenste deel van de entreehal. Wij mogen het allemaal zien van de rondleider: eerst het kale negen etages hoge trappenhuis waar bijvoorbeeld alle radiatoren zijn weggehaald door de Russen en ook de onttakelde bovenzaal, waar al het het marmer verdwenen is van de pilaren. Ook de Amerikanen hebben hun sporen nagelaten in het gebouw. Zij verbouwden de bovenste verdieping van het hoofdgebouw voor een aantal sportvoorzieningen. Zo is er nog een complete basketbalzaal terug te vinden waar de ‘Berlin Braves’ van de Amerikaanse luchtmacht tot 1993 hun wedstrijden speelden. Het maakt van de rondleiding een soort ontdekkingstocht, waarbij je steeds voor nieuwe verrassingen komt te staan. Maar het merendeel van de ruimtes en zeker de grote vertrek- en aankomsthal is nog intact: de incheckbalies staan er allemaal nog, alsof elk moment de passagiers kunnen binnenkomen en de hal slechts tijdelijk is verlaten vanwege een luchtalarm of een vulkaan op IJsland.
Schuilkelder
Bij onze rondleiding komen we ook in de zg. ‘Luftschutzkeller’ terecht, bestaande uit enkele metershoge hoge kelderruimtes, waar de Berlijners heen vluchtten tijdens de bombardementen in de tweede wereldoorlog. Een creatieve schilder heeft op de muren met cartooneske afbeeldingen en teksten zijn sporen nagelaten. Nog spectaculairder is de kelderverdieping eronder, die onder andere werd gebruikt als opslag voor brandbare materialen, waaronder een grote partij brandbare nitraatfilms. Volgens onze rondleider hebben de Russen in 1945 de hele zaak in de fik gestoken, waardoor de hele kelderverdieping volledig is uitgebrand. En dus lopen wij verbaasd om ons heen kijkend door de ene na de andere zwart geblakerde ruimte. Wat voor films er lagen, kan de rondleider mij helaas niet vertellen, want dat was ‘diep geheim’. En dan neemt hij ons nog even mee naar de speciale spoorwegtunnel, die onder het hele gebouw doorliep en van waaruit de bevoorrading van het vliegveld plaatsvond.
En dan is de rondleiding opeens ten einde. Aan de overkant van de straat zie ik nog iets wat op een oude bioscoop lijkt. Het blijkt het oude Columbia filmtheater van de Amerikaanse luchtmacht te zijn dat ook in 1993 met het vertrek van de Amerikanen van Tempelhof werd gesloten. Na wat foto’s te hebben gemaakt van de oude bioscoopgevel, die doet denken aan oude Amerikaanse bioscopen uit de jaren vijftig, hoor ik opeens een vliegtuig in de lucht.
Hoe kan dat nou, met al die gesloten vliegvelden? De rondleider helpt ons uit de droom. Het is een andere, oude ‘Rosinenbomber’ die dagelijks een rondje boven Tempelhof vliegt en waarbij je als toerist voor 100 euro mee mag. Er wordt dus nog wel degelijke gevlogen op Tempelhof, alleen wordt er geen snoep en kauwgum meer gedropt voor hongerige kinderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten